Je intellect: vriend of vijand?
Het leven presenteert je van alles waar je niet om gevraagd hebt. Dat is dan wat het nu is. Het lijkt vaak alsof wat nu gebeurt de oorzaak is van je gevoel. Maar dat klopt niet. Niet de gebeurtenis, maar je eigen respons daarop creëert je gevoel.
Stel dat je ziek wordt. Daar kun je op verschillende manieren op reageren. Of je voelt wat er te voelen valt, of je probeert wat je voelt te controleren.
In het eerste geval aanvaard je dat je ziek bent, en dat je allerlei dingen niet kunt die je graag zou willen. Je teleurstelling en verdriet daarover mogen er zijn. Het is wat het is, en je reageert op wat het moment van je vraagt: luisteren naar je lichaam, rust nemen, hulp inschakelen, medisch advies inwinnen, doen wat nodig is om te herstellen. Je gebruikt de creatieve kracht van het denken op een constructieve manier.
Een andere respons is dat je probeert wat je voelt te onderdrukken, bevechten, om te buigen, transformeren, duiden. In plaats van je teleurstelling en verdriet toe te laten, sla je aan het denken. Waarom ben ik ziek? Hoe moet dat nu met mijn werk? Ik kan het toch niet maken tegenover mijn collega’s/familieleden/kinderen om in bed te gaan liggen? Wat als het lang gaat duren? Ik heb geen tijd om ziek te zijn! Nu lopen al mijn plannen in de soep! Straks raak ik mijn baan kwijt!
Enzovoort.
Het is deze respons die je gevoel van onbehagen creëert. Je lijdt aan alles wat je onbewust hebt opgehangen aan ziek zijn. Je neemt je ziekte persoonlijk. Maar ‘ziek zijn’ is gewoon wat het leven je op dit moment presenteert. Dat is niets persoonlijk. Je eigen denken maakt het persoonlijk.
Er is niets mis als je in deze respons schiet. Ook dat is gewoon wat er in het nu gebeurt. Je kiest er niet bewust voor om allerlei dingen op te hangen aan ‘wat is’. Dat doet je brein op de automatische piloot voor je. Het is een goedbedoelde, maar futiele poging van je brein om grip te krijgen op dingen die niet gecontroleerd kunnen worden. Hoe harder je zoekt naar controle, hoe groter je onrust, onzekerheid en het gevoel dat er iets mis is. Je reageert niet op wat het moment van je vraagt, maar op wat je gelooft dat het moment betekent. In alle onschuld laat je de creatieve kracht van het denken tegen je werken.
Wat het leven je presenteert, kan pijn doen. Die pijn kun je op geen enkele manier voorkomen. Maar je kunt wel bemerken dat je hem aan het bevechten bent. Zodra je dat opmerkt, kun je het verdriet en de teleurstelling toelaten. Dan valt er niets meer te controleren. Je aandacht verschuift van de beperkte plaatjes van je denken naar het hier en nu. Je onrustige denken komt tot rust. En je kunt op heldere, constructieve manier reageren op wat het moment van je vraagt.
Dan laat je de creatieve kracht van het denken weer voor je werken, in plaats van tegen je.