‘Anders zijn’ is een geloof
Het is naar om het gevoel te hebben dat jij niet in het hokje past waar anderen in zitten. Dat kan het heel fijn zijn om een nieuw hokje te ontdekken waarin je wél thuis voelt. Maar nog bevrijdender is het om te zien dat er in werkelijkheid geen hokjes bestaan. Dat je vrij bent om te zijn wie je dan ook bent.
Het geloof in ‘anders zijn’
Veel lijden komt voort uit het geloof ‘anders’ te zijn. Je kijkt om je heen, en ziet andere mensen dingen doen, en hoort ze dingen zeggen waarin je jezelf niet herkent. Je ziet jezelf niet weerspiegelt in je omgeving, en dat roept een gevoel van vervreemding op. Je lijkt niet in het hokje te passen waar anderen in zitten.
Die vervreemding leidt tot onzekerheid, verwarring, onrust, veroordeling. Je gaat geloven dat er iets mis met je is. Dat je anders zou moeten zijn dan je bent. Je gaat je op een onnatuurlijke, verkrampte manier gedragen. Je raakt vervreemd van jezelf.
Als kind voelde ik me bijvoorbeeld vaak anders dan anderen. Het geloof anders te zijn, maakte dat ik me verkrampt gedroeg in groepen. Ik ervoer veel spanning in groepssituaties, en zag geen andere weg dan me terugtrekken in mezelf om die spanning te hanteren. Dat versterkte het gevoel dat er iets mis met me was, want anderen lukte het wel om zich op een natuurlijk manier te gedragen. Hoe meer ik het idee had dat er iets mis met me was, hoe meer spanning ik voelde, hoe meer ik mezelf onzichtbaar maakte, hoe meer ik het gevoel had dat ik tekortschoot. Het werd een zichzelf versterkend patroon.
Toch een passend hokje?
Als je het gevoel hebt anders te zijn, kan het heel fijn zijn om een nieuw hokje te ontdekken waar je jezelf in kunt stoppen. Dat geeft troost en opluchting. Je bent niet gek, er zijn er meer zoals jij! Het geloof in ‘ik ben anders’ ruil je in voor het geloof in ‘wij zijn anders.’
Want ‘anders zijn’ is een geloof. Daarmee wil ik niet zeggen dat iedereen hetzelfde denkt, doet, voelt of ervaart. Het leven brengt een ongelofelijke variëteit aan vormen voort. Er zijn ontelbaar veel manieren van zijn. Die rijkdom aan vormen is een gegeven. De mens voelt de behoefte om met zijn conceptuele brein al die vormen te benoemen, duiden, categoriseren, problematiseren en in hokjes te stoppen. Zo leggen we een laag van concepten over wat ‘is’. Ook over onszelf en anderen leggen we zo’n laag.
Je ‘zijn’ is je bestaansrecht!
In werkelijkheid zijn er geen ‘soorten’ of categorieën mensen. Iederéén is anders. En tegelijk is iedereen hetzelfde: een ervarend, bewust, denkend, levend wezen.
‘Onder’ de laag van hokjes, concepten en conditioneringen vind je jezelf terug. Je zijn. Je bent een unieke uitdrukking in de vorm van de vormloze, universele levensenergie. In jou wellen vanzelf verlangens, ideeën, inspiraties, talenten, inzichten op. Daar hoef je niets voor te doen. Hoe meer je jezelf toestaat om te ‘zijn’, hoe meer het geloof in anders zijn komt te vervallen. Dan hoef je je niet meer druk te maken over je eigen vorm en hoe die zich verhoudt tot andere vormen. Dan heb je het verkrampte gedrag van je conditionering steeds minder nodig.
Een hokje is dan niet meer dan een concept dat handig kan zijn om verschillen te begrijpen. Je hebt het niet nodig om je bestaansrecht aan te ontlenen. Je zijn is je bestaansrecht. Ik nodig je van harte uit om dat te gaan zien! Want dan valt er een enorme last van je af. Dan kun je ontspannen in je zijn, en anderen waarderen om hun unieke zijn. In plaats van lijden aan de verschillen, genieten van de rijkdom.
Die van anderen, en die van jezelf, want dan zal je telkens weer nieuwe kanten van jezelf ontdekken. Dat je je ontspannen en met zelfvertrouwen kunt bewegen in groepen bijvoorbeeld?.