In nul stappen je patronen doorbreken
Je hebt liever een fijne ervaring dan een nare. Het is bijvoorbeeld fijn om géén last te hebben van spanning tijdens vergaderingen of in sociale situaties. Want die spanning maakt vaak dat je verkrampt en vervalt in beperkte automatische gedragspatronen.
Als je dus wel last hebt van spanning op dat soort momenten, is het begrijpelijk dat je op zoek gaat naar manieren om die patronen te doorbreken.
Maar wat is er eigenlijk nodig om een patroon te doorbreken? Moet je, of kun je daar iets voor doen? (Spoiler-alert: het is geen kwestie van doen!)
Wat is een gedragspatroon?
Een gedragspatroon is als het ware een programma dat automatisch gaat draaien als reactie op een bepaalde trigger. Deze programma’s hebben zich in de loop van je leven ontwikkeld. Sommige patronen beperken je, ook al zijn ze ontstaan om gevoelens van onzekerheid te hanteren. Bijvoorbeeld het patroon van terugtrekken en jezelf onzichtbaar te maken als alle ogen op je gericht zijn. Dat is gedrag waarin je automatisch vervalt als de spanning te groot wordt.
Dit geconditioneerde gedrag wordt getriggerd door de onzekerheid die je voelt. En die onzekerheid wordt veroorzaakt door beelden en overtuigingen waarmee je je geïdentificeerd hebt. Bijvoorbeeld:
Als alle ogen op me gericht zijn, krijg ik rode vlekken in mijn nek en sla ik dicht
Ik kan mezelf niet op de juiste manier zichtbaar maken
Andere mensen kunnen dat wel, dus met mij is iets mis
Ik kan niet over koetjes en kalfjes praten
Koetjes en kalfjes vind ik stom
Andere mensen vinden me saai
Ik kan geen samenhangend verhaal vertellen als alle ogen op me gericht zijn
Ik heb tijd nodig om mijn mening te vormen, dus ik delf het onderspit bij discussies
Je bent geen robot die programma’s afdraait
Het is heel erg moeilijk om ander gedrag te vertonen als je in deze overtuigingen gelooft. Als je je identificeert met het zelfbeeld dat je op dit moment hebt.
Betekent dit dan dat je aan je zelfbeeld moet werken? Dat hoeft niet, als je ziet dat je weliswaar een zelfbeeld hebt, maar dat je niet dit zelfbeeld bent.
Je zelfbeeld heeft geen vaste grond in de realiteit. Het bestaat alleen als beeld in jouw hoofd. Het is niet wie je bent, maar wie je gelooft te zijn. Het is jouw beperkte interpretatie van wie je bent.
Dat zelfbeeld is niet statisch. Je interpretatie van wie je bent, verandert als je nieuwe inzichten, ideeën, gedachten en ervaringen hebt opgedaan.
Dat betekent dus dat je niet de optelsom bent van je al je gedachten, concepten, overtuigingen, patronen, persoonlijkheidskenmerken, ervaringen, labels. Je bent ook geen robot die gedoemd is om op de automatische piloot patronen te herhalen. Je bent een bewust wezen dat zich bewust kan zijn van wat er in het bewustzijn gaande is. Je hebt het vermogen om iets nieuws toe te laten in dat bewustzijn.
Gewaar zijn versus controleren
Als je onzeker wordt, ontstaat de neiging om onzekere gedachten voor waar aan te nemen. In die ‘state of mind’ geloof je dat je samenvalt met de beperkte interpretaties van je zelfbeeld. Je bewustzijn vernauwt zich. Op zo’n moment sta je juist niet open voor nieuwe inzichten, ideeën, gedachten en ervaringen. Er worden oude programma’s en patronen afgedraaid. Die leiden nooit tot helderheid, rust en ontspanning. Ze houden juist de spanning en blikvernauwing in stand.
Op zo’n moment hoef je niet je patronen te doorbreken, of je zelfbeeld te veranderen. Je hoeft niet proberen te beïnvloeden wat er in jezelf gaande is. Je hoeft het alleen gewaar te zijn, zonder oordeel.
Je kunt je spanning waarnemen, en je realiseren wat hij betekent; dat je gelooft in de beperkte interpretatie van je zelfbeeld. Zodra je dat ziet, klaart je geest op, en sta je weer open voor nieuwe gedachten, ervaringen en inzichten.
Je hoeft jezelf niet te herprogrammeren. Je hoeft alleen maar te zien dat je geen robot bent. Word je bewust van je bewustzijn, en patronen lossen op. Zo simpel is het. Echt.