Soms is een snelle hap beter dan een stoofpot
Als introvert kom je tot de beste ideeën en oplossingen door er op te broeden. Eigenlijk ben je een stoofpotje. Je moet pruttelen, en als je pruttelt, moet het pruttelproces niet verstoord worden. Stop je te vroeg, dan wordt het resultaat minder smakelijk. De ingrediënten moeten de tijd krijgen om precies mals genoeg te worden. En om samen te smelten tot een perfect afgestemd geheel. Op dat punt aangekomen, kun je met gepaste trots je stoofpot serveren aan je gasten.
Pruttelen en broeden is je natuur. Het helpt je om te komen tot goed doordachte oplossingen. Dat is mooi! Maar heeft ook nadelen. Om even bij de metafoor van de stoofpot te blijven:
- Als de pot te vroeg van het vuur wordt gehaald, raak je als kok gefrustreerd of onzeker omdat je gerecht nog niet optimaal is.
- Als het stoven langer de tijd vraagt dan gedacht, verliezen je gasten het vertrouwen in je kookkunsten.
- Als je te lang blijft pruttelen, hebben je gasten hun honger al lang gestild met de snacks die ze van huis hadden meegenomen. Je doorgekookte stoofpot verdwijnt onaangeraakt in de prullenbak.
- Als je je gasten boeuf bourguignon voorschotelt, terwijl ze zich op draadjesvlees hadden verheugd, leidt dat tot teleurstelling.
- Een stoofpot is niet altijd nodig of handig. Sommige honger laat zich veel beter en makkelijker stillen door een hap die in een handomdraai in elkaar is gezet!
Deze nadelen kun je ondervangen. Je kunt je gasten van te voren te vertellen wat je gaat koken. Of ze af en toe even laten weten hoe het staat met het pruttelproces. En ze alvast een ander hapje aanbieden als tussendoortje. Met andere woorden: in plaats van alleen het eindresultaat te delen, kun je anderen meenemen in de je denkproces en benoemen wat er in je hoofd omgaat.
Maar je kunt er natuurlijk ook voor kiezen om af en toe eens niet te pruttelen. Je hoeft niet altijd en overal op te broeden. Soms slaat het zelfs nergens op. Dan leidt uitstel alleen maar tot afstel.
De natuurlijke neiging tot broeden is moeilijk te onderdrukken, ik weet het. Die is er nou eenmaal automatisch. Als ik een opwelling heb, denk ik meestal: goed idee! En dan denk ik er ALTIJD meteen achteraan: dat moet ik eens overwegen…, hmmm…, ik zal er eens over nadenken…, ga ik doen.
Wat er daarna gebeurt, is vaak dat ik:
- het idee weer vergeet
- ga twijfelen of het wel echt zo’n goed idee is
- ontmoedigd raak door de berg werk die ik zie opdoemen als ik over het resultaat nadenk
- scenario’s bedenk waarin het idee verkeerd uitpakt
- aan het fantaseren sla over een rooskleurige uitkomst
- ga piekeren over wat anderen er van zullen vinden
Soms is het zinvol om over deze dingen na te denken. Maar soms ook niet. Dan belemmert het je alleen maar om in actie komen. Daarom heb ik mezelf aangeleerd om mijn automatische impuls om te broeden af en toe te onderdrukken. Sinds ik dat doe, leveren mijn opwellingen me de mooiste resultaten op. Inspirerende ontmoetingen, mooie opdrachten, creaties waar ik trots op ben.
Er is geen knop waarmee je je impuls om te broeden uit kunt zetten. Dat is trouwens helemaal niet wenselijk, en ook niet nodig. Stel jezelf gewoon twee vragen de eerstvolgende keer dat je een opwelling of idee hebt:
Misschien een mooie uitdaging voor jou deze week: stel jezelf deze vragen iedere keer dat je een opwelling of idee hebt. En kom meteen in actie als het antwoord ‘’nee’’ is. Heb je wel zin in dit experiment? Download dan het Stroomschema broeden, print het uit en hang het op als reminder. En laat je verrassen door wat er gebeurt!