Waaraan lijd je als je lijdt?
Je hebt van die momenten dat het lijden je aanvliegt. Het geweld dat mensen elkaar en andere organismen aandoen. Vluchtelingen die aan hun lot worden overgelaten. Of, dichter bij huis, de geestelijke of fysieke nood waarin een dierbare verkeert. Of de mensen die je begeleidt of verzorgt in de context van je beroep wellicht… Het kan je overweldigen en verlammen. Dan komt het je allemaal zo zinloos voor. Dan lijd je.
Maar waaraan precies? Lijd je aan het lijden van de wereld? Of lijd je aan je eigen gevoel van zinloosheid en machteloosheid? Ik denk het laatste…
En dat is meteen het goede nieuws. Want je kunt het lijden van de wereld niet oplossen. Maar je houding ten opzichte van je eigen lijden kan wel veranderen. In plaats van je pijn te bevechten, kun je hem aanvaarden. En dan kun je je weer op een zinvolle manier verbinden met de wereld.
Het lijden van de wereld was er al voordat het je aanvloog. Ook toen je opging in een lekkere maaltijd, een mooie film, een fijn gesprek of wat dan ook. Toen was het alleen niet in je bewustzijn. Zodra het in je bewustzijn komt, wordt het een persoonlijke ervaring van verdriet, angst, machteloosheid, woede of wat ook maar.
Als je vecht tegen deze ervaring, dan houd je daarmee onbewust je gevoelens van zinloosheid en machteloosheid in stand. Je blijft dan als het ware rondjes draaien binnen de grenzen van je eigen psyche. In die ‘state of mind’ ben je betrokken op jezelf. Je bewustzijn is vernauwd tot het gesloten circuit van je eigen denkwereld. Je wordt in beslag genomen door je eigen ellendige gevoel. Dat laat geen ruimte voor de ervaring dat je verbonden bent met dat wat groter is dan ‘ik’.
Maar het circuit is niet werkelijk gesloten. Je bent altijd verbonden met het grote geheel. Dat kun je weer ervaren als je bereid bent de pijn van je machteloosheid te voelen. Dan komt je onrustige denken tot rust. Als je geest kalmeert, verruimt je bewustzijn en opent je hart zich. Dan kun je boven je benauwde, ik-gerichte perspectief in het moment uitstijgen. En jezelf weer ervaren als onlosmakelijk verbonden met het geheel.
En dan kun je uitreiken naar je medemensen, iets doen dat helpt om hun lijden te verlichten, of simpelweg naast ze gaan staan in hun nood.