In de ban van Ik
In mijn optiek is ieder mens een unieke uitdrukking in de vorm van de universele, vormloze levensenergie. Een expressie van, en onlosmakelijk verbonden met het geheel. In ieder mens wellen vanzelf talenten, inspiratie, manieren van kijken, verlangens en ideeën op. Bij hele jonge kinderen kan die energie nog onvervormd stromen. Zij weten zich op een vanzelfsprekende manier verbonden met het geheel van het leven.
Maar onvermijdelijk verlies je je onbevangenheid als je opgroeit. Je gaat je identificeren met je indringende ervaringen van veroordeeld worden om je unieke expressie, van er niet bij horen, van alleen worden gelaten. Zo ontstaat het geloof in een ik die er niet mag zijn, niet gezien wordt, niet genoeg is, verbeterd of veranderd moet worden. Je gaat jezelf opvatten als kwetsbaar, tekortschietend individu, afgescheiden van het geheel van het leven. Je essentie raakt als het ware verhuld door de brij of vervormingen van je conditionering.
Door de brij heen
De identificatie met ‘ik’ is de bron van je nare gevoelens over jezelf. In de loop van je leven kan het gebeuren dat je gaat beseffen dat je niet je conditionering bent. Deze realisatie is heel bevrijdend. De brijlaag wordt als het ware dunner, waardoor je natuurlijke expressie er meer en meer doorheen breekt.
Als ik naar mezelf kijk, constateer ik dat ik ter wereld kwam met vertrouwen in het leven en de verbondenheid van alle dingen. Mijn natuurlijke expressie zou je kunnen typeren als zacht, ontvankelijk en sensitief. Mijn natuurlijke manier van kijken als holistisch, compassievol, vanuit het grote plaatje. In de botsing met het leven, ging ik mijn natuurlijke expressie veroordelen. Ik ging geloven dat ik te soft, te zweverig, te onuitgesproken was in vergelijking met anderen. Dat ik te anders keek, dat mensen me niet begrepen, dat er geen plek was voor mijn manier van zijn.
Ontspannen in de verkramping
Maar gelukkig ging ik op een gegeven moment ‘de andere kant’ opkijken. Van mijn conditionering naar de essentie. Toen leerde ik steeds meer om mijn eigenheid te aanvaarden en te voelen dat mijn perspectief er ook mag zijn. Ik ging herkennen dat wat ik in mezelf veroordeelde, juist de dingen waren waarmee ik van betekenis kon zijn. Ik leerde om mijn ervaringen van onzekerheid te verdragen, en me daardoor niet laten weerhouden om te delen wat er in mij leeft.
Dat wil niet zeggen dat ik nooit meer in de ban raak van mijn oude geloof in de ik die er niet mag zijn. Dit geloof kan nog steeds getriggerd worden. En dan voel ik me weer even een wereldvreemde loser. Of een misplaatste hippie. Het verschil met vroeger is dat ik niet meer vecht tegen dat gevoel. Omdat ik ten diepste weet dat de narigheid die ik allemaal denk, voel en geloof over mezelf niet betrouwbaar is. En dat de verkramping vanzelf weer voorbijgaat. Ik verkeer even in de ban van mijn zelfbeeld, en dat doet dan pijn, maar tegelijk weet ik dat ik niet dat zelfbeeld ben. En dat maakt alle verschil.