Over schenken en denken
Het leven schenkt. We hebben allemaal het vermogen om open te staan voor die geschenken. En we hebben de aangeboren drang om zelf ook te schenken. Om het leven te dienen door te leren, ontdekken en creëren.
Vanuit je persoonlijke voorkeuren, wensen en overtuigingen kan het er heel anders uitzien. Dan lijkt het juist alsof het leven je tegenwerkt, dat je niet krijgt die je begeert, dat er sprake is van schaarste in plaats van overvloed.
Dakloos en brodeloos?
Met de bril van mijn persoonlijke denken ervaar ik in een slechte bui bijvoorbeeld een gebrek aan klanten. Dan vind ik dat ik meer klanten zou moeten hebben dan ik heb. En dat geeft een knagend, onrustig, onzeker gevoel. Ik geloof op zo’n moment in schaarste. Dat ik een loser ben, dat ik allerlei vaardigheden en karaktertrekken mis die andere mensen wel gewoon hebben, dat ik de wereld niets te bieden heb omdat ik het niet kan verkopen, dat mijn geschenk aan de wereld verloren gaat, dat het nooit wat wordt, enzovoort. Voor ik het weet waan ik mezelf dakloos en brodeloos.
Wat ik waarneem via deze bril strookt niet met de realiteit.
Ik kom net terug in mijn fijne huis van wintersportvakantie. Ik ben niet brodeloos.
Ik zit niet vast in een doodlopende straat. Ik kan in elk moment bewegen, nieuwe mogelijkheden verkennen en geïnspireerde acties ondernemen.
Ik ben gezegend met vaardigheden en talenten waarmee ik het leven dien. Wat ik schenk gaat niet verloren. Mijn woorden en aanwezigheid helpen andere mensen. Dat kan ik iedere dag ervaren. In de vorm van dankbare mailtjes van lezers van mijn blogs. In de ontspanning, ontroering en levenskracht die oplichten in de ogen van klanten als ik ze spreek. In gesprekken met dierbaren die ik kan bijstaan in hun nood.
De geschenken van het leven herkennen
Als dat geen rijkdom is! Het vervult me met dankbaarheid, verwondering en ontzag. Maar niet als ik door de bril van ego kijk. Die filtert de overvloed eruit. Want het ego heeft zo z’n eigen ideeën over hoe die geschenken van het leven eruit zouden moeten zien. Hoe meer ik me blindstaar op wat ik denk te missen, hoe minder ik opensta voor al het moois dat me gegeven is.
Maar gelukkig kan ik mijn ervaringen van gebrek en tekortschieten steeds makkelijker herkennen als een soort dagmerries die me als mens nou eenmaal af en toe overkomen. Als tijdelijke waanbeelden die niets van doen hebben met de realiteit.
En het mooie is dat ik deze momenten daardoor ook als geschenken zien. Mijn pijn laat me weten dat ik mezelf op zo’n moment vervormd waarneem. Op een manier die niet strookt met de waarheid van het leven. En daarmee nodigt hij me uit om mijn schaarste-bril af te zetten. Om de pijn toe te laten, en voorbij mijn beperkte concepten en overtuigingen te kijken. Dan komt er weer ruimte voor dankbaarheid, verwondering en ontzag. Iedere keer dat ik ontwaak uit mijn dagmerrie van schaarste, brokkelt het geloof in die uitgekauwde zelfconcepten een stukje verder af. En zo draagt ook iedere verkramping een geschenk in zich.
Is het niet ontzagwekkend?!