De onzichtbare gorilla
Ken je het psychologisch experiment ‘The invisible gorilla’? Onderzoekers maakten een filmpje waarin teams in witte en zwarte shirts ballen naar elkaar overgooien. Die video werd vervolgens voorgelegd aan proefpersonen.
Ze kregen de opdracht om bij te houden hoe vaak de spelers in witte shirts de bal naar elkaar gooiden, en om de spelers in zwarte shirts proberen te negeren. Wat ze niet verteld werd, was dat er halverwege het filmpje iemand op z’n dooie akkertje in een gorillapak door het speelveld liep. Die draaide zich naar de camera, klopte zich op de borst en liep het beeld weer uit.
Na afloop moesten de proefpersonen vertellen hoeveel passes ze geteld hadden. Ook werd ze gevraagd of ze iets bijzonders was opgevallen en of ze nog iemand anders dan de spelers hadden gezien. Wat bleek? Ongeveer de helft van de proefpersonen was de gorilla totaal ontgaan.
Zo werkt aandacht.
🔎Hoe meer je focust op één aspect, hoe meer je uitsluit van je blikveld en dus niet ziet.
🔎Hoe meer je verwacht iets te zullen zien, hoe minder je openstaat voor het onverwachte.
🔎Hoe meer je je blindstaart op één interpretatie van wat voorligt, hoe minder oog je hebt voor andere interpretaties.
Dat is wat er gebeurt als je gelooft dat je vastzit. Bijvoorbeeld als je denkt: mijn werk is stom, ik wil iets anders, maar dan moet ik eerst weten wat en ik heb geen flauw idee, ik kan ook helemaal niets anders…
Al deze gedachten zijn interpretaties, en dus niet waar. Maar ze voelen wel waar. Want ze creëren een reële ervaring van stress. Die onrust vertelt je niet dat je werkelijk vastzit, maar alleen maar dat je dat gelooft.
Voorbij de beperkte interpretaties van jouw denkwereld bestaan de mogelijkheden die je nu niet ziet al. Altijd!
Je ziet ze niet, omdat je aandacht gericht is op die beperkte interpretaties en het rotgevoel dat ze creëren. En op het proberen te bestrijden van dat gevoel door te piekeren/jezelf af te leiden/jezelf te verdoven. Ondertussen onderneem je niets dat bijdraagt aan het vinden van een leukere baan. Waardoor je dus blijft zitten waar je zit. Zo re-creëer je in alle onschuld telkens dezelfde realiteit.
Dat is niet dom of verkeerd. Het is gewoon hoe je brein zo efficiënt mogelijk informatie probeert te verwerken. Je kunt niet voorkomen dat je in de ban raakt van je beperkte interpretatie van wat voorligt.
Maar je kunt wel gewaar zijn dat dit gebeurt. Je stress nodigt je uit om je aandacht te verleggen. Van het gedoe in je hoofd naar wat het moment van je vraagt. Dan kun je weer openstaan voor de talloze mogelijkheden die elk nu biedt. Bijvoorbeeld: gesprekken voeren en onderzoek doen naar werk dat je leuk lijkt. Mensen laten weten dat je beschikbaar bent voor bepaalde klussen. Je laten omscholen. Vrijwilligerswerk doen. Kijken of in jouw gemeente subsidies zijn voor omscholing of loopbaanbegeleiding…
Of je nou worstelt met werk of iets anders: er is niets mis met je. Je zit nooit vast. En als je gelooft van wel kan dat in elk moment veranderen! Je kunt je nu openstellen voor de mogelijkheden voorbij de beperkte interpretaties van jouw denkwereld. En daarmee een nieuwe realiteit creëren.