Ruimte
O, wat wil ik ‘het’ toch graag weten als ik onrust ervaar. Hoelang het nog gaat duren. Wanneer het weer rustig zal worden in mijn kop. Waarom er onrust is. Wat ik kan doen om ervan af te komen. Wanneer ik weer helderheid zal ervaren. Wat het over mij zegt dat ik onrust ervaar…
Hoe koortsachtiger ik op zoek ga naar het antwoord op deze vragen, hoe meer onrust ik ervaar.
Tot er een moment aanbreekt dat ik de ervaring van onrust aanvaard. Er treedt een verschuiving op Van over-denken naar door-voelen. Van doen naar zijn. Van niet willen voelen wat ik voel, naar bereid zijn om het te voelen. Van het willen weten, naar bereid zijn om het niet te weten. Van verzet naar overgave.
Of zoiets. Het zijn allemaal maar woorden. Woorden dekken nooit de lading.
Maar de ervaring, die spreekt voor zich. Iedere keer dat ik me overgeef aan mijn ervaring in het moment, stroomt er iets door. Dan wordt het lichter. En dan ontstaat er ruimte voor een nieuw perspectief. Dan komt er een antwoord van binnenuit. Een antwoord dat ik niet bedenk met mijn intellect, maar dat opwelt vanuit… Vanuit wat of waar? Ook hier zijn woorden ontoereikend. Laat ik het voor het gemak de ruimte noemen die te ervaren is als het gekrakeel in je hoofd stilvalt.
Dit is geen trucje dat ik kan toepassen. Ik kan mezelf niet tot overgave dwingen. Want dan ben ik nog steeds aan het proberen mijn ervaring te controleren. Da’s nou juist het tegenovergestelde van overgave.?
Maar iedere keer dat ik ervaar dat na overgave ontspanning en helderheid optreden, neemt mijn vertrouwen in die ruimte toe. Het wordt iedere keer een stukje makkelijker om ‘te laten zijn wat nu is’. Om te stoppen met vechten tegen mijn ervaring van onrust. Om bereid te zijn om ook deze ervaring te laten zijn en stromen.