De verlammende rondjes van de spooktrein
Ik voel me eigenlijk zelden tekortschieten als moeder. Niet dat ik een volmaakte moeder ben. Ik klooi ook maar wat aan, maar op een of andere manier heb ik er vertrouwen in dat dat genoeg is. Als moeder volg ik mijn intuïtie en gezonde verstand, zonder dat ik allerlei concepten heb over hoe je een goede moeder moet zijn.
Als ik me tekort voel schieten, dan heeft dat vaak te maken met het ondernemerschap. Daar klooi ik ook maar wat aan. Maar tegelijk heb ik allerlei concepten over hoe je een goede ondernemer moet zijn. En dat plaatje strookt niet met hoe ik mezelf blijkbaar zie. Als ondernemer geloof ik soms ineens enorm in schaarste en gebrek. Dat gebeurt als het even wat rustiger is met aanmeldingen voor coachtrajecten of trainingen. Dan slaat mijn brein aan het interpreteren:
Anderen zijn hier goed in, maar ik kan dit niet. Ik ben niet uit het juiste ondernemershout gesneden. Ik ben te weinig zichtbaar. Ik heb te weinig aandrang om te delen en te verkopen. Ik kan geen verbinding maken. Mensen begrijpen me niet. Niemand zit op mij te wachten. Ik krijg nooit meer nieuwe klanten. Ik ben op het verkeerde pad.
Een sleetse, oude trein rijdt rondjes
Deze gedachtetrein heeft een verlammende werking. Hij rijdt alleen rondjes in mijn hoofd, maar toch geloof ik dat deze gedachten iets zeggen over de realiteit. Over wat er in de toekomst gaat gebeuren. Over wie ik ben als persoon. In werkelijkheid zeggen ze daar niets over. Ze zeggen alleen iets over mijn beperkte geloof over de toekomst en mezelf.
Ik kan niet voorkomen dat deze trein gaat rijden. Dat gebeurt gewoon van tijd tot tijd. Maar gelukkig bemerk ik het steeds sneller. En herken ik de trein steeds sneller als een geloof. Het geloof dat ik te ‘anders’ ben om normaal te kunnen functioneren in het maatschappelijke verkeer. In de rol van scholier, student, stagiair, werknemer heb ik me vaak te soft, te onduidelijk, te idealistisch, te stil, te observerend, te weinig ambitieus gevoeld. Ik slaagde overal probleemloos voor en in. Maar toch had ik het gevoel dat er voor mijn manier van zijn geen plek was. Ik ging erin geloven. En blijkbaar wordt dat oude geloof af en toe nog even aangewakkerd.
Het is maar een spooktrein
Zodra ik de trein herken voor wat hij is, zoom ik uit van mijn beklemmende ervaring in het moment. Dan herken ik de menselijke neiging om je te identificeren met de beperkte verhalen die je over jezelf bent gaan geloven. En dan kan ik de onzekerheid die dat oproept toelaten. Zelfverwijt maakt plaats voor zelfcompassie. Ik sta mezelf toe om mijn ongemak te voelen. Meer en meer kan ik erop vertrouwen dat helderheid vanzelf weer ontstaat, juist als ik bereid ben om ‘het niet te weten’. De verlammende verkramping maakt plaats voor ontspanning. Mijn aandacht keert terug naar het hier-en-nu. En dan kan ik mijn denkkracht weer op een constructieve manier gebruiken, in plaats van tegen mijzelf.
Zoals het in mij werkt, werkt het ook in jou. Welke verhalen jij ook over jezelf bent gaan geloven. Helderheid ontstaat vanzelf weer als je bereid ben om te voelen wat je voelt. Om niet te weten wat daarna moet komen. Hoe vaker je dat ervaart, hoe meer je daar op kunt vertrouwen. En dan verliezen de momenten van verkramping meer en meer hun verlammende werking.