Altruïst of egoïst?
Er zijn van die momenten dat de schellen je van de ogen vallen. Je hoort, leest of ziet iets waardoor je een kwestie opeens in een compleet nieuw daglicht ziet. Je hebt een moment van inzicht. Zo’n flits van inzicht werkt verruimend. Opeens doemt er een mogelijkheid op om anders te handelen. En daarmee verandert je realiteit.
Altruïst of egoïst?
Ik herinner me bijvoorbeeld dat ik jaren geleden baalde van een rol die ik op me had genomen. Ik was al een tijd verantwoordelijk voor iets waar ik helemaal geen plezier aan beleefde. Verder dan daarvan balen kwam ik niet. Ik vond dat het nou eenmaal mijn verantwoordelijkheid was. Ik had deze rol ooit uit vrije wil op me genomen, en op een of andere manier had ik daardoor het idee dat ik eraan vastzat. Wie A zegt moet B zeggen, we hebben dit nou eenmaal zo afgesproken, iedereen heeft ‘corvee-taken’ in z’n werk die hij niet leuk vindt… dat soort overtuigingen weerhielden me ervan om te zien dat ik er iets aan kon doen.
Tot ik op een keer aan het klagen was tegen een collega. ‘Nou ja, zeg, lekker dan’, zei ze, ‘dus jij zit gewoon een beetje lamlendig een rol bezet te houden die een ander misschien wel heel erg leuk vindt!’ Ze voegde er nog net niet aan toe: ‘Wat egoïstisch van je!’
Dat hoefde ook niet, want door haar opmerking zag ik opeens dat je mijn gedrag inderdaad ook als egoïstisch zou kunnen bestempelen. Terwijl ik zelf al die tijd geloofde dat ik me juist aan het opofferen was!
Nieuw perspectief, nieuwe mogelijkheden
De schellen vielen me van de ogen. Zo had ik het nog nooit bekeken. Maar meteen voelde ik een enorme opluchting. En kwam het idee in me op om de eerstvolgende vergadering deze rol ter beschikking te stellen aan een teamgenoot die er enthousiast over was.
Zo gezegd zo gedaan. En wat bleek, een van mijn teamgenoten had veel zin om deze rol van me over te nemen. Na afloop van de vergadering gingen we meteen even bij onze leidinggevende langs om dit te regelen, en dat was dat. Ik was in een nieuwe realiteit terecht gekomen. Eentje zonder dat vervelende corvee en de knagende onrust die daarmee gepaard ging.
De moraal van dit verhaal: je zit nooit vast, ook al geloof je van wel. Het gevoel dat je vastzit, komt volledig uit je eigen denken voort. Uit wat je bent gaan geloven over jezelf en de wereld. Alles wat je daarover gelooft, is een interpretatie. Per definitie beperkt en onvolledig. Je interpretaties werken vertroebelend. Ze weerhouden je ervan om te zien welke andere interpretaties mogelijk zijn.
Met nieuwe ogen kijken kan altijd
Gelukkig hebben we als mens het ingebakken vermogen om telkens weer van ons geloof te vallen. De schellen kunnen vallen. Soms gebeurt dat nadat je iets hoort, leest of ziet. Maar het mooie is dat je in feite geen externe trigger nodig hebt om te zien dat je blik vertroebeld is.
Alles wat je denkt en gelooft, is een beperking. Er is altijd meer mogelijk. Als je last hebt van je denken op momenten dat het beperkend is, kun je dat voelen. Het vertaalt zich in gevoelens van verkramping, angst, onzekerheid, oordeel, verwijt. In plaats van bang te zijn voor deze gevoelens, kun je ze leren zien als uitnodiging om je aandacht te verleggen van de beperkingen naar wat mogelijk is. Om uit te zoomen, en met nieuwe ogen te kijken.
Het is zo krachtig om dit ingebakken vermogen in jezelf te ontdekken. De 3 principes zijn daarbij een hele mooi aanwijsstok. Als je het lastig vindt om dit te zien, help ik je graag even op weg!