Innerlijke rust en de hartslag van je denken
Vroeger dacht ik dat innerlijke rust iets was waar je naartoe kon werken. Dat er dingen waren die je kon doen of laten om meer innerlijke rust te bereiken. Nu geloof ik dat niet meer. Je hoeft er niets voor te doen. Je ervaart in het nu innerlijke rust, of je ervaart het niet.
Je ervaart het niet als je bewustzijn als het ware is samengetrokken. Als je geest vervuld is van angstig denken. Dan ervaar je onzekerheid, gebrek, weerstand, verzet, verwijdering, onrust. Je bent het zicht op je heelheid even kwijt.
En je ervaart het wel als je bewustzijn verruimd is. Dan is je geest helder en open. Niet in beslag genomen door onrustig denken, maar ontvankelijk voor wat er is. In die ontspannen staat heb je toegang tot gevoelens van liefde, vrede, welbevinden, dankbaarheid. Tot inspiratie, wijsheid en helderheid. Alles wat je zoekt, ontvouwt zich vanuit de stilte van je geest.
De bron van je gevoel van welbevinden en rust is je open geest, die vrij is van weerspannig denken.
De beweging van verkramping naar ontspanning en weer terug voltrekt zich in ieder van ons. We ervaren het leven in de vorm van een stroom van gedachten die voorbijtrekt. Daar hebben we geen controle over.
De stroom van het denken is als een mentale hartslag, Op een contractie volgt ontspanning, waarna weer een contractie volgt, dan weer ontspanning, enzovoort.
Zo volgt na een verkrampte bui vanzelf weer een verruimde. Je geest raakt gevuld met verkrampt denken, en klaart daarna vanzelf weer op. Het is een autonoom proces. Je doet niets verkeerd als je geest verkrampt, en je doet niets goed als je geest weer ontspant.
Het zegt ook niets over jou, behalve dat je een ervaring hebt. Net zoals het kloppen van je hart zegt dat je leeft. Zonder hartslag, geen leven. Zonder denken, geen ervaring.
En toch geloven we dat onze emotie in het moment iets over ons zegt. Dat verkramping iets slechts is. Dat hij onze heelheid kan aantasten. We willen hem niet. Labelen hem als ongewenst. Vinden dat we ons weer goed moeten voelen. Geloven dat we iets moeten doen om ons weer goed te voelen.
Daarmee raken we het vertrouwen in onze hartslag kwijt. Het is alsof we bang zijn dat een contractie betekent dat ons hart niet vanzelf verder zal kloppen. Alsof we denken dat we eigenhandig de boezems of de hartkamers weer moeten ontspannen.
Maar je hoeft het kloppen van je hart niet te controleren. Al zou je het willen, dat kan niet eens. Dat regelt het leven vanzelf, buiten jouw controle om. Net zomin hoef je de stroom van je gedachten te controleren. Als wil je nog zo graag, dat kan niet eens. Ook dat regelt het leven vanzelf.
Contractie en ontspanning bestaan bij de gratie van elkaar. Ze roepen elkaar in het leven. Zonder de beweging tussen contractie en ontspanning, geen hartslag, geen leven. Zonder ervaring van kramp, geen ervaring van welbevinden, en geen ervaring van het leven.
Net zoals je je overgeeft aan het kloppen van je hart, kun je je overgeven aan de hartslag van je denken. Als de contractie er mag zijn, dan vervalt de weerstand tegen de ervaring. Het is niet erg om een kramp te ervaren. Ook voor die kramp kun je ontvankelijk zijn.
Innerlijke rust en heelheid zijn nooit weg. Je ervaart ze tijdelijk niet, omdat je iets anders voelt: de vernauwing van je bewustzijn. Maar je kunt erop vertrouwen dat je ze weer zal ervaren in de ontspanning die volgt op de contractie.
Geef je over aan het leven…