Zelftwijfel als teken van mentale gezondheid
Ik heb lang gedacht dat er iets mis met me was. Waarom? Omdat ik vaak twijfel voelde over van alles en nog wat. Het scheen me toe dat anderen die twijfel niet kenden. Daarom zag ik hem als een soort mentaal gebrek in mezelf. Tegenwoordig kijk ik daar heel anders tegenaan.
Hoe weten ze dat allemaal zo zeker?!?
Ik begreep bijvoorbeeld niet dat mensen tijdens vergaderingen zo ondubbelzinnig leken te weten wat de juiste koers was. Zelf had ik vrijwel nooit een vastomlijnde mening. Ook begreep ik niet hoe mensen zo zeker konden zijn over hun carrière. Tijdens functioneringsgesprekken word je geacht een klip en klaar antwoord te hebben op de vraag: ‘Waar zie je jezelf over vijf jaar?’ Het was blijkbaar de bedoeling dat je een passie had die je naar de juiste bestemming kon brengen. Anderen leken daar een glashelder beeld van te hebben. Ikzelf had werkelijk geen idee…
Die zelftwijfel zag ik als iets verkeerds. Als een soort mentaal gebrek in mezelf. Tegenwoordig kijk ik daar heel anders tegenaan. Ik zie er nu juist een teken van mentale gezondheid in.
We hebben geen clou!
We doen met z’n allen wel alsof de wijsheid in pacht hebben. Alsof we kunnen weten wat er in de toekomst gaat gebeuren, of zelfs moet gebeuren. Maar dat is een illusie. We hebben geen controle over het leven. Het ontvouwt zich van moment tot moment. De enige zekerheid is dat het voortdurend in beweging en aan verandering onderhevig is. En wijzelf ook! Maar waar het naartoe beweegt, weten we niet. We kunnen simpelweg niet weten wat de toekomst zal brengen. Wat we dan zullen denken of voelen. Of wat gebeurtenissen in het heden in de toekomst zullen betekenen.
De toekomst is ongewis. Dat is een fact of life, en dat is geen enkel probleem. We zijn als mens perfect toegerust om hiermee te dealen. Omdat we in het hier-en-nu afgestemd, helder en met wijsheid kunnen handelen en reageren op wat voorligt. Wat er ook gebeurt.
Het probleem is dat we hier niet op vertrouwen. We durven ons niet over te geven aan het niet-weten. In plaats daarvan gaan we op zoek naar controle, omdat we het juist wel willen weten. En dan projecteren we onze eigen angsten, verlangens, concepten en overtuigingen op de toekomst. Zo ontstaat er een plaatje van hoe het zit, waar het naartoe moet, en welke stappen daarvoor gezet moeten worden. Hoe dichtgetimmerder dat plaatje, hoe minder openheid voor andere mogelijkheden. Met andere woorden, hoe overtuigder je bent van iets, hoe meer je niet ziet.
Niet-weten is bevrijdend
In dit licht is zelftwijfel geen teken van een mentaal gebrek, maar juist van mentale gezondheid. Destijds zag ik het niet zo, maar nu zie ik die zelftwijfel als een helpende fase in een proces. Een proces waarin ik meer en meer de illusie van controle ging doorzien. En waarin ik me steeds meer durfde over te geven aan het niet-weten. En dat bleek enorm bevrijdend.
Op het moment dat ik stopte met koortsachtig maar vruchteloos zoeken naar mijn passie, kon ik mijn enthousiasme en inspiratie in het moment gaan volgen. En toen ging ik vanzelf bewegen naar waar ik blijkbaar wilde zijn.
Toen ik mezelf ging toestaan om geen mening te hebben, voelde ik me niet langer tekortschieten tijdens vergaderingen.
Hoe minder ik wilde weten wie ik was, hoe vrijer ik werd om te zijn wie ik in het moment ben.
Je zelftwijfel als teken van mentale gezondheid, hoe voelt het voor jou om er eens op die manier naar te kijken?