Hoe kom je af van je innerlijke criticus?
Je innerlijke criticus, de ondermijnende stemmetjes in je hoofd, je interne rechter. Allemaal woorden die verwijzen naar iets in jezelf dat zorgt voor angst en onzekerheid. Die maken dat je dromen niet najaagt. Dat je je zorgen maakt over wat de buitenwereld van je vindt. Dat je niet in beweging komt. Of juist in volle vaart een burn-out tegemoet rent. Wat kun je ertegen doen?
Dat is een vraag die mij lang heeft beziggehouden. Ik wilde begrijpen waarom ik soms last had van die stemmen en soms niet. En ik wilde vooral af van de onzekerheid die ze opriepen. Want onzekerheid vond ik niet oké. Die wilde ik niet voelen. Ik had een zeer sterke voorkeur voor gevoelens van zelfvertrouwen?. En dus ging ik op zoek naar manieren om af te komen van de onzekerheid die soms de kop opstak. Ik ging werken aan mijzelf, zoals dat heet.
Het was een boeiende en nuttige zoektocht. Ik zette stappen vooruit en maakte kennis met tal van interessante theorieën, technieken en modellen die hielpen om minder last te hebben van die stemmen. Jammer genoeg lukte het alleen nooit om ze definitief het zwijgen op te leggen.
Terugkijkend snap ik waarom het niet werkte. Ik maakte een denkfout. Onbewust ging ik ervan uit de die innerlijke stemmen echt bestonden. Dat er een ‘heel’ deel en een ‘gebroken’ deel in mij huisden. Maar die stemmen bestaan natuurlijk niet echt. Het zijn maar metaforen. Die metaforen verwijzen niet naar delen van je psyche. Ze verwijzen naar een proces dat in jouw psyche werkzaam is.
Iemand die dit proces helder beschrijft is Michael A. Singer. Ook hij komt met een aansprekende metafoor. Hij stelt in zijn boek The Untethered Soul dat we allemaal rondlopen met een volslagen neurotische huisgenoot in ons hoofd. Een huisgenoot die voortdurend aan het zeuren is. Hij vindt overal wat van en is aan de lopende band verbolgen omdat dingen niet lopen zoals hij wil. In de buitenwereld blijven we het liefst zo ver mogelijk bij zo’n neurotisch figuur vandaan. In de binnenwereld slikken we echter alles wat hij ons influistert voor zoete koek.
De vraag is: waarom? Waarom nemen we genoegen met dat kleingeestige, ondermijnende gewauwel?
Het antwoord: vanwege een misverstand over wie we werkelijk zijn. Omdat we ons ten onrechte identificeren met deze vervelende medebewoner.
Michael Singer beschrijft in een ander boek, The Surrender Experiment, hoe hij zich bewust werd van die huisgenoot. Hij was aan het kletsen met een kennis. Er viel een stilte, en toen gebeurde er iets wat hij nog nooit eerder had ervaren. Opeens was hij zich hyperbewust van het feit dat hij zich ongemakkelijk voelde en dat hij koortsachtig zat na te denken over wat hij moest zeggen om de stilte te verbreken. Voor het eerst in zijn leven ervaarde hij een scheiding tussen zijn onrustige geest en degene die zich ervan bewust was dat zijn geest koortsachtig aan het zoeken was naar controle. Tussen ego en ziel. Tussen de illusie van ik en het Zelf. Of welke woorden je er ook maar aan wilt geven…
Dat was het inzicht dat bij hem insloeg als een bliksemflits: ik ben het bewustzijn dat zich bewust is van mijn gedachten en emoties. Ik ben niet die gedachten en emoties, maar deze ervaringen zijn objecten van dit bewustzijn. Alles wat ik binnenin mijzelf waarneem, is alleen maar iets wat ik van binnen waarneem. Ik ben het niet; het is wat ik zie. Er is een stroom van gedachten en gebeurtenissen die emoties oproepen, en er is bewustzijn dat deze stroom ervaart.
Die Michael Singer is niet de enige die dit proces beschrijft . Talloze filosofen en levensbeschouwelijke stromingen wijzen in dezelfde richting: boeddhisme, Marcus Aurelius, Advaita Vedante, mindfulness, Eckhart Tolle, het stoïcisme, Alan Watts, de 3 principes. Ze verwijzen allemaal naar het inzicht dat jij bewustzijn bent waarin gedachten komen en gaan. Naar de eenheid en de heelheid voorbij de illusie van het ego.
In dit inzicht schuilt voor iedereen de mogelijkheid om zichzelf te bevrijden van de stem van de innerlijke criticus. Je hebt het vermogen om te zien dat je niet je neurotische huisgenoot bent. Je kunt ‘blijven zitten in de zetel van bewustzijn’ en zien dat je je gedachten en emoties simpelweg voorbij kunt laten stromen. Je hoeft je niet mee te laten slepen door het drama van je gedachten. Je hoeft ook niet in verzet te komen tegen wat je ervaart. Allerlei emoties komen en gaan, en dat is geen enkel probleem als je ziet dat ze jou niet beter of slechter maken. Je hoeft ze niet te geloven en je hoeft niet naar ze te handelen. Jij bent ze niet. Jij ben degene die toekijkt, en diegene is puur bewustzijn.
En dan ga je uiteindelijk misschien wel zien dat je één bent. Er is geen innerlijke criticus, geen angstig en onzeker deel, geen hoger en lager zelf. Geen good guy die de bad guy eronder moet zien te krijgen. Alle gedachten en emoties mogen gezien en gevoeld worden. Je hoeft niets meer naar je onbewuste te verbannen. Je bent heel en vrij.