‘Niet in verzet zijn tegen wat je ervaart’ betekent niet dat je alles passief ondergaat
Ik zag eens een documentaire over een arts die op jonge leeftijd zijn beide onderbenen en een van zijn armen was kwijtgeraakt door een onnozel ongeluk. Hij ervaarde zijn leven als mooi en betekenisvol. Over de gevolgen van het ongeluk merkte hij op: ‘Mijn lijden stopte op het moment dat ik niet meer wenste dat ik mijn ledematen nog had.’
Ik vind dit een van de meest behulpzame uitspraken ooit. Hij raakt volgens mij aan het geheim van het leven. Als je het verzet opgeeft tegen wat je ervaart, ben je immers altijd waar je wezen wil. Dan leef je in harmonie met het leven. Dat is ook waar de 3 principes naar verwijzen.
Mensen horen echter vaak iets anders als het hierover gaat. ‘Niet in verzet zijn’ interpreteren ze dan als: ’passief alles ondergaan wat er op je pad komt’. Maar dat is niet wat hier bedoeld wordt. Niet in verzet zijn betekent niet dat je niets doet. Het bekent dat je geest helder en open blijft, welke stormen er ook woeden in de buitenwereld of in je binnenwereld.
Wat zit er in je bewustzijn?
Je kunt als mens alleen maar je eigen gedachten ervaren. Als je hoofd vol zit met boze, schaamtevolle, rancuneuze gedachten, dan ervaar je boosheid, schaamte en rancune. Over die emoties kun je ook weer gedachten hebben. Dat je ze niet zou mogen voelen. Dat je er zo snel mogelijk vanaf moet. Of dat je betere gedachten zou moeten hebben. Dan ben je dubbel in verzet. Tegen wat je overkomt, én tegen je eigen emoties.
Beide vormen van weerstand zijn begrijpelijk, maar zinloos. Als je je ledematen kwijt bent, dan is dat wat het is. Het heeft geen zin om je tegen deze realiteit te verzetten. Als je verdriet voelt, dan is dat ook wat het is. Het is zinloos om je tegen het verdriet te verzetten, want je ervaart het al.
Maar emoties zijn vluchtig. Ze komen en gaan in je bewustzijn. Ze worden getriggerd door de stroom van gedachten die opkomen. Ons bewustzijn geeft betekenis aan alles wat we in onszelf en in de buitenwereld waarnemen. Dan weer hebben we een ervaring die we als fijn bestempelen, en dan weer een ervaring waar we het label ‘naar’ op plakken. Voor fijne ervaringen staan we open, nare ervaringen willen we niet. Maar ze zijn beide even vluchtig en vergankelijk. Ook nare emoties gaan gewoon vanzelf weer voorbij. Tenzij je je ertegen verzet. Dan houd je ze juist vast in je bewustzijn…
Niet in verzet zijn tegen wat je ervaart, betekent dat je geen aandacht of betekenis geeft aan de gedachten die opkomen. Dat je ze niet probeert te duiden of fixen. Je laat ze simpelweg stromen. Dan wordt je geest weer helder. Je bewustzijn wordt niet langer in beslag genomen door boosheid, verdriet, schaamte.
Doen wat je te doen staat
Als je persoonlijke denken tot rust komt, stop je niet met denken. Er komen nog steeds gedachten op. Maar het zijn nieuwe, frisse gedachten. Ze zijn niet besmet met je oude, beperkte perspectief. En dan ga je niet niks zitten doen. Je staat juist weer open voor de talloze mogelijkheden die elk moment biedt. Je komt op ideeën en hebt toegang tot je creativiteit en je gezonde verstand. Met een helder hoofd kom je als vanzelf in beweging. Je doet wat je, gegeven de situatie, te doen staat.
Niet in verzet zijn tegen wat je ervaart, betekent dat je erop vertrouwt dat wijsheid en helderheid zullen doorbreken als je je persoonlijke denken tot rust laat komen. Zodat je met een helder hoofd kunnen dealen met wat er ook maar op je pad komt.
Net zoals die jongen zonder ledematen die besloot om arts te worden om de pijn van anderen te verlichten. En zo een betekenisvol en mooi leven voor zichzelf creëerde.
Dit is een artikel uit de serie De 3 principes delen met impact.